Wakker Emmen heeft de beantwoording van de artikel 38 vragen laten agenderen om de problematiek rondom het SMCC in Emmer-Compascuum te bespreken. Eind 2012 en begin 2013 heeft onze partij klachten ontvangen over o.a. forse huurverhogingen en onvrede over de handelswijze van het bestuur van het SMCC. Het bestuur beheert en exploiteert het sociaal cultureel centrum welke in dienst dient te staan van het dorp en de samenleving. Op dit moment is deze situatie dusdanig dat een negental verenigingen geen gebruik meer wil maken van de mogelijkheden van het SMCC door toedoen van het bestuur en bovendien neemt de onvrede de laatste tijd alleen maar tijd. Dit blijkt ook wel uit het feit dat op een bijeenkomst georganiseerd 70 tot 80 inwoners aanwezig waren om hun onvrede te laten blijken. Wakker Emmen is van mening dat het subsidiĆ«ren van dorps- en wijkcentra een goed instrument is om sociale cohesie en verbinding in de dorpen en wijken te realiseren en dat dit ondersteunt wordt met financiĆ«le middelen lijkt ons dan ook zeer zeker een gemeentelijke taak. Echter het kan niet zo zijn dat in dit geval er jaarlijks 60 tot 70.000 euro naar een autonome stichting gaat met als gevolg onvrede in het dorp en dat ons inziens het geld niet een optimaal karakter krijgt. Tijdens de bijeenkomst van vrijdag 3 mei werden een aantal zaken duidelijk:


– Het bestuur van het SMCC is niet open en transparant
– Het gedrag en handelen wordt door sommigen als onheuse bejegening ervaren
– Bij problemen heeft de gemeente of de gebruikers niet of nauwelijks een instrument om controle  uit te oefenen


Wakker Emmen wil daarom graag van de overige fracties weten hoe zijn aankijken tegen dit specifieke probleem in Emmer-Compascuum, welke maatregelen er eventueel dienen te worden genomen, want Wakker Emmen is van mening dat deze situatie niet langer kan en er een oplossing moet komen. Tevens vinden wij dat deze situatie heeft geleerd dat de mogelijkheden om bij problemen vanaf gemeentezijde in te grijpen nihil zijn. Wakker Emmen is daarom voorstander dat ontvangers van subsidie voor dorps- en wijkcentra verplicht moeten worden om een controlerend orgaan te hebben in de vorm van een raad van toezicht. Dit zou kunnen door middel van een overkoepeld controlerend orgaan, of de verplichting aan de subsidieontvanger dit zelf te regelen.